Begin maart hebben wij ons Internationaal Improvisatietheaterfestival in Leuven, dat zou plaatsvinden in april, geannuleerd. We waren zowat de eersten in de improvisatiefestivalwereld die voor deze knoop stonden, en dat was nog vlak voor het verbod op culturele evenementen was opgelegd. Dat was best wel een emotioneel gebeuren. Zeker ook voor de gastgroepen en alle andere vorige deelnemers aan het festival. Zij hebben vaak een zeer warme herinnering aan Leuven, als improvisatiefestivalstek op de gezellige site van de Romaanse Poort (shout out naar Improvisio !) en ook als stad op zich.
Mede daarom was het zo bijzonder dat onze eerste in levende lijve voorstelling er eentje in Leuven was. Onze geliefde stad koos deze zomer radicaal voor cultuur, met de Anderhalvemeter Sessies waar we deel van uitmaakten.
Ondertussen is het flink herfst en blikken we met enige verbazing en vooral met veel blijdschap al terug op zeven voorstellingen van vlees en bloed.
Het was genieten, het was lachen, het was verbindend en gaf zoveel voldoening.
Het was met momenten ook verwarrend en haast surrealistisch omwille van de nieuwe omstandigheden waarin dit alles plaatsvindt.
We worden immers voor, tijdens en na zo’n voorstellingen best wat uitgedaagd op de, door ons zelf erg uitgedragen, kwaliteit van het kunnen omgaan met onzekerheid, volatiliteit en ambiguïteit.
En de spelers voor vandaag zijn..
De helft van de keren hadden we al te maken met twijfels of afzeggingen in verband met eigen (covid of herfst?) symptomen of die van huisgenoten of andere verwanten.
Daar waar kleine dipjes in de gezondheid ons doorgaans niet tegenhouden om op te treden – de show must go on en spelen is helen – zijn we nu extra voorzichtig. Het is telkens nog zoeken naar waar bepaalde grenzen liggen.
Voor freelance spelers is er ook geen financieel vangnet wanneer je thuis blijft, dus zetten we onderling een soort van solidaire verzekering op waar we mee gaan experimenteren.
Magda, kanda?
Het is vooral vlak voor een voorstelling dat we botsen op allerlei tegenstellingen.
De regel over 2 m afstand tussen artiest en crew , versus de technieker die je toch niet graag op je eentje ziet prullen met die dure headset. Hoe piekfijn alles in een theaterzaal georganiseerd is versus in sommige gevallen de gezellige dichtheid in de foyer waar het catering gedeelte zich afspeelt. Zien hoe collega’s die door de aard van hun job de hele dag dicht bij elkaar werken verbaasd uit elkaar gehaald worden in het gemaskerde publiek.
Het is met momenten een kunst om daar op dat moment niet door afgeleid te worden en onderling nodeloos discussies over te gaan liggen voeren.
Zegt gij het maar…
Als performer wordt ons ook nogal vlotjes de spontane eer te beurt gedaan om mensen aan te spreken op het niet naleven van de regels. “Jullie staan toch zo dadelijk voor de hele groep en jullie durven dat zeggen” wordt expliciet of impliciet gesteld.
Het Vlaamse onvermogen om elkaar aan te spreken op gedrag wordt in deze context enorm zichtbaar! En het is vaak grappig om de opluchting te zien wanneer zaken gewoon even benoemd worden…
Merci!
Doordat er zo’n lange pauze geweest is en zo’n grote fysieke afstand, lijkt alles nu extra intens in het spelen met elkaar.
Naast grote voldoening, verbazing en blijdschap, voelen we ook veel dankbaarheid.
Dankbaar om de scène terug met elkaar te delen en te voelen wat voor een krachtig team we zijn.
Dankbaar dat het toch geen jaar ofzo geduurd heeft voor het weer – een beetje – kon.
Ontzettend dankbaar voor elke organisator die zei “Het kan wel,” en “Onze mensen hebben hier fundamentele nood aan.”
Dankbaar voor de locaties waarvan sommigen waanzinnig hard hun best doen om onze opdrachtgevers te ontlasten van allerlei evenementaal onderzoek en geregel, waardoor zij terug de moed vinden om zaken op te zetten.
Binnenkort start een uitgebreid traject van online voorstellingen. Dat is en blijft een boeiend project en onderzoek. We zijn er wel van overtuigd dat het ook kunnen spelen voor publiek-in-levende-lijve tussendoor, die prestaties alleen maar ten goede gaan komen!